Hans van der Beek

Dit boek geeft een integere en soms ook heel gedetailleerde beschrijving van de werkpraktijk van Harry Jongen. Onder de bijnaam Harry 'De Neus' kreeg deze militair van de gravendienst, die vooral tot taak heeft de vergeten graven uit de Tweede Wereldoorlog te ruimen en het identificeren van de gevonden resten, nationale en internationale bekendheid. Harry Jongen blijkt een uitzonderlijke scherpe neus - letterlijk en figuurlijk - te hebben voor het opsporen van lijken. Na een analyse van het verdachte terrein: een bos, tuin of opslagplaats, weet hij bijna altijd het begraven lijk te vinden door te prikken met zijn befaamde prikstok in de grond en te ruiken aan het uiteinde ervan naar sporen van lijkengeur. De auteur, historicus en Parooljournalist, beschrijft de hoogtepunten uit de loopbaan van Jongen bij de gravendienst: King Kong, de vermeende babylijkjes in Epe, de massagraven en het schokkende drama rond An en Eefje, de slachtoffers van Dutroux. Ook de stammenstrijd tussen landmacht en justitie, die uiteindelijk de loopbaan en faam van Jongen nekte, komt terloops aan de orde. Voor een breed lezerspubliek bestemd.… (lisätietoja)