Belevenissen van twee kinderen, die al een aantal jaren bij hun oom en tante wonen op het platteland. De jongen is kalm en rustig, het meisje tegendraads, driftig en snel kwaad, vaak tot wanhoop van haar tante. Gedurende de zomer dat dit verhaal zich afspeelt, gaan de kinderen op onderzoek uit in het bos, leren de natuur beter kennen en ontmoeten andere mensen. Mede door deze ontmoetingen, parallel lopend met het bijbelverhaal over het verloren schaap, komt het meisje tot geloof. De boeken van Patricia St. John zijn altijd in protestants-christelijke gezinnen zeer gewaardeerd geweest vanwege de duidelijke manier waarop het christelijke geloof voor kinderen inzichtelijk wordt gemaakt met behulp van gebeurtenissen uit het dagelijks leven. Dit boek uit 1948 is aangepast aan de moderne tijd, maar speelt duidelijk nog in een periode die vijftig jaar terug ligt. Toch doet dit ik-verhaal niet echt gedateerd aan; de gevoelens en gedachten van de kinderen zijn het belangrijkst. Goed, zorvuldig taalgebruik. Vrij stijve zwart-witillustraties. Eerder uitgegeven als 'Het geheim van het kreupelbos'. Geschikt voor kinderen met protestants-christelijke achtergrond vanaf ca. 9 jaar.

J.R. de Kler-Kuipers