Picture of author.

Kees Verheul

Teoksen Een jongen met vier benen tekijä

20+ teosta 107 jäsentä 2 arvostelua

Tietoja tekijästä

Includes the name: Kees Verheul

Tekijän teokset

Associated Works

The Foundation Pit (1975) — Kääntäjä, eräät painokset776 kappaletta
Katastrofeja ilmassa : esseitä (1986) — Kääntäjä, eräät painokset527 kappaletta
Ontmoetingen met Borges (2003) — Avustaja — 21 kappaletta
In anderhalve kamer : drie autobiografische novellen (1993) — Kääntäjä, eräät painokset13 kappaletta

Merkitty avainsanalla

Yleistieto

Jäseniä

Kirja-arvosteluja

Sommige boeken pretenderen niet groot te zijn en geven die informatie al meteen aan de lezer mee in de titel. Omgekeerd kan ook: denk maar aan de Grote Europese roman van Koen Peeters. De verwachtingen in het tweede geval blijken vaak te hoog. In het eerste geval - en dus ook hier - weekt dat bij de lezer al gauw een zorgwens los. 'Kom maar hier kleintje, ik lees je wel even' ... iets in die zin. Het oordeel is dan ook al gauw wat milder.

Want erg bijzonder is deze novelle niet. Ze bevat wat aardigheidjes voor Hengeloërs (dat zijn mensen die in Hengelo wonen, OMcM), een knipoogje naar de schrijver H. van Grevelingen (die bijna niemand kent - maar waarvan ik wel het verzameld werk heb (ik zocht het vlug even op om zeker te zijn, en jawel, hoor - een mooi gebonden uitgave van Van Oorschot is dat, net naast het verzameld werk van Aug. P. van Groeningen ... wat een onvermoede rijkdom toch ...) en nogal wat water. Het eindigt mooi, - zoals een novelle dat doen moet - en meer hoef je van een kleine knieval ook niet te verwachten, meen ik.

http://occamsrazorlibrary.blogspot.com/2008/07/kleine-knieval.html
… (lisätietoja)
 
Merkitty asiattomaksi
razorsoccamremembers | Jul 29, 2008 |
Onweer en wapengekletter als lotsbeschikkers:
het nieuwe boek van Kees Verheul*

Jan van der Staak

Er zijn tijden geweest, waarin je op de Anninksweg maar één voet buiten de deur hoefde te zetten om een gesprek in het Russisch te kunnen beginnen. “Dabroedent!” zei de vierjarige Keesje Verheul; “Dobryj djeenj!” [Goeiedag], antwoordde de Russische krijgsgevangene op weg naar zijn gedwongen werk. Dit valt te lezen in zijn nieuwe boek Stormsonate, een tweede roman in een cyclus over de De Tutcheffs: een meerdelige familieroman. En behalve over de Tutcheffs, gaat het boek net als het eerste boek, Villa Bermond, ook weer over zijn jeugd in Hengelo.

In grote lijnen bevat het boek twee verhalen. Het eerste: “Onweer in de Alpen” gaat over de nog jonge Feodor Tuttcheff, in 1828 als jong diplomaat werkzaam op het Russische gezantschap aan het Beierse hof. Het tweede “De vervulling” gaat over de eerste levensjaren van de auteur in Hengelo. Dus begon ik gulzig te lezen aan het tweede deel. Immers wat is er leuker dan een roman te lezen die zich in je directe omgeving afspeelt. Veel komt hier naar boven: het geluid van de speeches van Hitler in de huiskamer. De schuilkelder onder het belastingkantoor (zie foto!). Daarnaast de vlucht en het jachtige gedoe tijdens het bombardement van Hengelo. De inkwartiering in huize Verheul van drie Engelse soldaten van het Dorsetregiment (zie andere foto). En na de bevrijding het Paasvuur aan het begin van de Anninksweg met de pop van Hitler in de top. Gejoel en applaus als de pop eindelijk door het vuur wordt verslonden. En het aandoenlijke slotverhaal met de heldenrol voor Kees, als hij thuis komt vertellen dat zijn vader, terug uit het werkkamp, in aantocht is. Boeiende verhalen.

Maar het gaat niet om die typische oorlogsherinneringen alleen. Het gaat ook over de manier waarop een kind vat probeert te krijgen op de – nu ook nog door de oorlog ontregelde – wereld van de volwassenen: die van zijn ouders in het bijzonder. Hun ondefinieerbare gepraat over de oorlog met veel vreemde woorden, zoals “bevrijding”, “evacuatie”, “onderduiken”, “bombardement”, uitgesproken in gesprekken tussen volwassenen, waar kinderen part noch deel aan hadden. Tegelijkertijd gaat het hele verhaal ook over de manier waarop de schrijver van nu dit alles tracht weer te geven. Hij probeert er via zijn vroegste herinneringen als kind, via de latere verhalen van zijn ouders, en dit alles afwegend tegen wat hij nu van het leven afweet, achter te komen, hoe zijn ouders samenleefden, wat ze voor elkaar voelden. Hoe krijg je als latere “binnenkomer” hier vat op? Het gaat om de universele problemen van het kind dat de geheimen van zijn ouders tracht te achterhalen. Het blijft zoeken en tasten. Er helemaal uitkomen doe je niet.

Dit nu zijn problemen van alle tijden. Vandaar dat het geen moeite meer kost over te stappen naar het eerste verhaal over Feodor Tutcheff. Hij wordt hier voorgesteld als een intellectuele babbelaar die over alles weet mee te praten, maar als het over hemzelf gaat dan is de 25-jarige nog een kind, dat niet thuis geeft en het liefst in een gat wegvalt. Maar…alles komt in een stroomversnelling als hij verliefd wordt op Amalia, een belangrijke vrouw in Beierse hofkringen, met wie hij al jaren in vriendschap optrekt. Hij treft het slecht: Amalia, geboren uit een vrije, ongeoorloofde relatie en zonder haar echte ouders opgegroeid, wantrouwt elke vorm van verliefdheid. Ze distantieert zich, trouwt met zijn directe chef. En om af te koelen wordt Tutscheff door een nog hogere chef voor een vakantie naar Rusland afgevoerd.

Tijdens een laatste ontmoeting veegt Amalia hem wanhopig de pan uit: “Word wakker, vrind, de realiteit is anders! Vriendschap, ja. Vriendschap kan een inspiratie zijn. Twee mensen vinden elkaar plezierig, ze gaan om met elkaar zonder dat iemand ze dwingt, ze voelen zich samen veilig. Maar als een van die twee begint over liefde… Weet je wat ik denk, Theo? Je bent teveel gevoel. Sentiment. Niets dan botte, ingebeelde hartstocht. […] Liefde? Theo, waarom proberen we niet iets beters?”

Bij terugkomst in München wacht hem een verstandshuwelijk met Eleonore. Hij krijgt haar zus en tante erbij cadeau. Deze benauwde samenleving, incidenteel weliswaar opgefleurd door de verschijning van de jonge dichter Harry Heine, doet de jonggehuwden geen goed. Het komt er zogezegd niet van, totdat – en hiermee begint het verhaal – het stel zich onttrekt aan een zogenaamd ontspannen samenzijn van de hogere kringen in een uitspanning aan de Tegernsee.

De twee drukken zich om eindelijk – zij het toch nog met een dove koetsier die zich Beethoven waant – alleen te zijn. Als het onweer losbarst, schudden ze hem ook van zich af en zoeken ze getweeën een onderkomen in een schuilhut, hebben een stevige vrijpartij, waaruit – en dat staat al in de eerste zin van het verhaal vast – negen maanden later een dochter geboren zal worden. De vlucht lijkt ook te maken te hebben met de nog immer smeulende verliefdheid van Feodor voor Amalia. Vlak voor de genoemde vrijpartij stappen auteur Kees en partner Cees als twee weergoden het verhaal binnen om bloemen te leggen op het graf van de – pas 60 jaar later – overleden Amalia. Een postmoderne ingreep, die de vrijpartij met Eleonore mogelijk moet maken? Hoe dan ook, het onweer werkt als katalysator. Kennelijk werd er op hoog niveau door wie dan ook iets bedisseld, waar mensen geen vat op hebben. Zo werkt onweer, zo werkt oorlog.

Opvallend is het stijlverschil tussen de twee verhalen. Zit het Hengelose verhaal nog vol vermoedens, onzekerheden en probeersels, die nu eenmaal eigen (behoren te) zijn aan een (auto-)biografische benadering, in het eerste verhaal vind je hier niets van terug. Hier is een alwetende verteller aan het woord. En wat voor een! Onze verteller doet het met een ironische regie, die alle hedendaagse weerstand tegen alwetende vertellers in het niet doet verzinken. De benadering doet weer sterk denken aan de werkwijze van de al genoemde Heinrich Heine en combineert deze met een openhartigheid die meer van deze tijd is. Hiermee bereikt hij prachtige effecten die het lezen voortdurend tot een echt plezier maken.

De twee verhalen, het ene ironisch en alwetend verteld, het andere moeizaam en gewetensvol gepresenteerd, sluiten prima op elkaar aan. Als in het ene verhaal de historische feiten door hun onvolledigheid de verteller in de steek laten, construeert hij zich een roman, waarin hij dankzij zijn verzinsels de kern der dingen op een heerlijk lichte manier weet weer te geven. Het andere verhaal is een moeizaam zoeken en tasten naar de wezenlijke dingen in het eigen leven, nu heel nauwkeurig en met verschillende ingangen weergegeven. Kortom, twee zeer verschillende, maar eerlijke methodes worden ons hier binnen één context gepresenteerd: knap werk dat bewondering afdwingt. En dan heb ik het nog niet gehad over de vele verbindingslijnen en associaties die tussen de twee verhalen lopen. De Tutchevs en de Verheuls hebben nu eenmaal veel met elkaar te maken.

Het leuke is uiteindelijk ook dat een belangrijk deel van het boek zich in het Hengelose afspeelt en niet in Maastricht, Arnhem of Groningen, waar het “Dabroedent” vast nooit geklonken zou hebben. Het maakt ons hier allemaal een stukje rijker.

Kees Verheul: Stormsonate. De Tutcheffs, een meerdelige familieroman 2, Van Oorschot, Amsterdam, 2006.

KeesVerheul: Villa Bermond. De Tutcheffs, een meerdelige familieroman 1, tweede druk, Van Oorschot, Amsterdam, 2006.
… (lisätietoja)
 
Merkitty asiattomaksi
JanvanderStaak | Jan 7, 2008 |

You May Also Like

Associated Authors

Tilastot

Teokset
20
Also by
5
Jäseniä
107
Suosituimmuussija
#180,615
Arvio (tähdet)
½ 3.7
Kirja-arvosteluja
2
ISBN:t
22
Kielet
1

Taulukot ja kaaviot